Keramiek van Michelinkwaliteit - “Trend”
Keramiek van Michelinkwaliteit
Het begon met serviezen voor het eigen restaurant, maar het groeide uit tot een compleet nieuw bedrijf. Bijzaak werd hoofdzaak. In het centrum van de mondaine badplaats Knokke hebben Ann van Beersel en Ignace Reheul hun atelier annex winkel. Vijf jaar geleden begonnen ze er keramiek en porselein te draaien en glazuren. Inmiddels weten klanten uit heel de Benelux hen te vinden voor een gepersonaliseerd servies.
Ann studeerde binnenhuisarchitectuur in Brussel en Ignace volgde de koksopleiding in Koksijde. Lang heeft ze dit beroep niet uitgeoefend. Om te voorkomen dat hun werktijden heel hun leven zó ver uit elkaar lagen dat ze elkaar vooral ’s nachts zagen, besloot Ann samen met haar man één zaak uit te bouwen. Dat werd het Hof van Craynbergh, een gekend restaurant in Keerbergen. Gastronomischbereikte het echtpaar de top, maar de ultieme beloning ervoor liepen ze mis. “We hadden uit het geruchtencircuit al opgevangen dat we in aanmerking kwamen voor een ster. Op de dag dat de Michelin-inspecteur langskwam, waren we echter hals over kop naar het ziekenhuis vertrokken voor de bevalling van een van onze zonen. De zaak was gesloten en dat werd ons door de inspecteur kwalijk genomen. We hadden het maar aan ons personeel moeten overlaten.”
Italiaanse klei
Jaren later kwam dezelfde inspecteur nog eens terug en bekeek met welgevallen het servies dat Ann voor het restaurant had gedraaid. “Het leverde ons zowaar een eervolle vermelding op in de Michelingids van dat jaar, maar na twintig jaar waren onze ambities niet langer zo groot,” zegt Ignace. Een sterrenwaardig restaurant uitbaten betekent altijd op de toppen van je tenen lopen. De fut raakte eruit, vooral bij Ann. Ze sloten hun restaurant en verhuisden naar Knokke, waar ze een winkelpand kochten, met de bedoeling er een keramiekatelier te openen. Het was een gok en de start was niet vliegend, maar de formule sloeg aan. “Ik heb me op de kunstacademie lang mogen bekwamen in het draaien en glazuren,” zegt Ann. “Daardoor zijn mijn serviesdelen altijd van een evenwichtige dikte. We bakken bovendien op de hoogste temperatuur en we gebruiken enkel materialen van de beste kwaliteit, onder meer Italiaanse klei.” Een ambachtelijk servies mag dan kunstnijverheid zijn, het moet voedselveilig zijn en vele jaren krasbestendig en kleurvast. “De klanten die hier komen zijn vaak eigenaren van een tweede verblijf in Knokke. Ze hebben kunst aan de muur, handgeweven tapijten op de vloer, maar in de keukenkast staat industrieel servieswerk. Bij ons zoeken ze aardewerk of porselein dat past bij het maatwerk van hun interieur.”
Unieke receptuur
Vroeger was een A-merk daarvoor voldoende, zoals ook de auto in de ondergrondse garage van een exclusief merk is en geen maatwerk, maar die tijd is voorbij. “Om het servies nog meer te individualiseren bespreek ik samen met de klanten wat ze willen, niet alleen wat de kleur, maar ook wat de vorm betreft. Als ze bijvoorbeeld twee vazen willen, maak ik er acht, zodat ze nooit genoegen hoeven nemen met een product dat het net-niet-helemaal is. Maar ik maak niets na. Als iemand me zegt: ‘ Ik wil precies die kleur geel van dat servies van dat merk’, dan weiger ik. We hebben bovendien zelf een aantal kleurschakeringen die uniek zijn, simpelweg omdat geen andere keramist het geheim kent van onze receptuur.”
Gewilde webshop
De hoge kwaliteit van het servies is de verdienste van de hechte samenwerking tussen Ann en Ignace. Als ervaren chef-kok weet hij als geen ander aan welke vereisten borden, schalen en kopjes moeten voldoen. Hij neemt niet alleen de oven voor zijn rekening maar heeft ook zelf een servies ontworpen: wit porselein dat opvalt door zijn afwijkende vorm van de volmaakte cirkel en door zijn goudkleurigeversieringen. Het echtpaar heeft nog een derde lijn serviesgoed, voorzien van tekstjes over Knokke, en meer gericht op een publiek van toeristen en andere passanten. “Je moet je risico’s spreiden. Daarom hebben we ook veel tijd en aandacht geïnvesteerd in onze webshop, iets wat de meeste keramisten nalaten,” zegt Ann. “Tijdens maar ook ná corona is die webshop een steeds wezenlijker onderdeel van onze winkel geworden. De meeste klanten kopen pas nadat ze een servies hebben gezien en betast, maar er is toch ook een aanzienlijke groep die de fotografie en teksten op onze website blijkbaar voldoende vindt. Online leveren we vooral in Nederland en Luxemburg, dus op grote afstand van Knokke.”
Luxeproblemen
Wat vijf jaar geleden een sprong in het ongewisse leek, is inmiddels een winstgevende stap gebleken. Maar het woord ‘winst’ slaat daarbij bepaald niet alleen op de financiële kant van de zaak. “Ik ben ervan overtuigd dat ik er onderdoor was gegaan als we in het restaurant waren gebleven,” stelt Ann. “Ook Knokke zelf is ons enorm meegevallen,” vult Ignace aan. “In het restaurant kreeg je gasten over de vloer die midden in de winter in een topje kwamen en dan klaagden dat je de zaal niet tot 25 graden stookte. Voor sommigen kon je het nooit goed genoeg doen. Het publiek hier is vriendelijker, enthousiaster ook. We maken lange dagen, maar we krijgen er ook veel voor terug. De problemen waar we inmiddels tegenaan lopen zijn van een andere orde: moeten we een tweede keramist in dienst nemen? Zouden we een tweede winkel openen? Onlangs kregen we bijvoorbeeld het verzoek een zomer lang een pop-up store te openen in Saint Tropez. Onze handen jeuken dan om ‘ja’ te zeggen, maar hoe moet het dan hier in Knokke? In zekere zin zijn het luxeproblemen.”
De ‘A’ van Artisann
Eén richting wil het echtpaar echter nu al niet uitgaan: van Ann een keramist maken die ontwerpt voor industriële producenten en levert aan andere winkels. “Ik ben ervoor gevraagd maar ik heb het geweigerd,” zegt ze. “Ik wil controle houden over de kwaliteit en de klandizie een product bieden dat niet alleen uiterlijk uniek is maar ook technisch perfect. Dat lukt niet als je serviesdelen in het Verre Oosten worden gemaakt en tal van tussenschakels er ook nog aan moeten verdienen. We hebben echter wel ons merk beschermd door de ‘A’ van Artisann te patenteren en door overal ons logo in te verwerken, behalve in die serviezen die we voor bedrijven maken.” Zo zal Artisann op den duur misschien toch zelf een merk worden, een van de A categorie vanzelfsprekend. De cirkel zou helemaal rond zijn als op een dag de Michelininspecteur van destijds over de winkeldrempel komt en een servies bestelt of iets uit de schappen koopt. Helaas worden aan keramiek en porselein geen sterren toegekend, maar dat de beide ondernemers van een sterrenwaardig restaurant op een sterrenwaardig atelier overstapten is heel duidelijk.
Voor meer informatie, ga naar: www.artisann.be